vrijdag 8 maart 2013

Ik keek naar de zee.




Als klein meisje was ik bijna elke zonnige dag aan het strand. 
Mijn moeder was een zonaanbidster en ingesmeerd met olijfolie trachtte ze bruiner dan bruin te worden. Mijn vader deed mij soms het aanbod een zandkasteel te bouwen. 
Ik begreep later pas wát een aanbod dát was, want mijn vader was een van die mannen die met sokken in zijn sandalen op het strand zat; hij had een ontzettende hekel aan zand, zeker aan zand dat mogelijk in zijn sokken, tussen zijn tenen, en onder zijn blote voeten zou kunnen komen.

Ik keek naar de zee; en naar de mensen die door de branding renden, meisjes die in de golven werden gejonast, jongens die op het harde zand voetbalden en regelmatig de bal het water in schoten.
De keren dat ik de branding door, de zee inging, zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik zwom nooit, ik keek.

Als puber hing ik op de zaterdagen rond in een strandtent in Wijk aan Zee. Met andere pubers. In tegenstelling tot bijna alle anderen leverde dit mij geen vrijer op; ik keek alleen naar de zee.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten